Mijn collega zweert erbij. Bruisend van energie komt hij terug van zijn lange stilteretraite. Ook steeds meer van mijn kennissen reizen naar afgelegen kloosters om daar dagenlang te zwijgen. Ik hoor hem ademloos aan maar twijfel: heeft de stilte echt zoveel te bieden dat ik er tien dagen mijn mond voor zou willen houden?
Eén ding moet ik stiltezoekers nageven: al eeuwenlang is de mens ernaar op zoek. De Griekse filosoof Aristoteles beschrijft al 350 jaar voor Christus dat het ware leven het contemplatieve is waar je in rust over alles nadenkt. Volgens de filosoof kan ernstig overpeinzen zelfs tot volmaakt geluk leiden. “Hoe meer we dit vermogen bezitten,” zegt hij “des te gelukkiger we zijn.”
Dat klinkt toch anders dan mijn collega, die vertelt over zijn wanhopige pogingen om allerlei meditatietechnieken onder de knie te krijgen. “Op dag 3 word ik opstandig. Op dag 4 en 5 word ik zo geil dat ik mijn vrouw alle hoeken van het klooster wil laten zien. Maar zij is niet mee -en jezelf aanraken (en een ander trouwens ook)- is verboden. Waarom doe ik dit in Boeddhanaam?”
In alle wereldgodsdiensten vind je het belang van stilte om tot jezelf te komen. Denk aan bidden, pelgrimstochten en retraites. Wie geen geloof aanhangt, kan zijn toevlucht nemen tot meditatie. Anders dan bij de oude Grieken is niet overpeinzen het doel, maar juist je hoofd leegmaken.
De moderne Franse filosoof Fredric Lenoir ziet het zo: de mediterende mens is een berg, zijn gedachten zijn donkere wolken. “Zoals de wind de wolken rond de berg verjaagt, zo zal de ademhaling de gedachten verjagen.” Na verloop van tijd verschijnt de berg, jijzelf dus, in al zijn verhevenheid, meent Lenoir. Dit vereist wel heel veel oefening.
Het loont blijkbaar de moeite, want naast zelfinzicht en inspiratie zou mediteren ook kracht geven. Van de Dalai Lama is bekend dat hij twee uur per dag mediteert. Behalve als hij het bijzonder druk heeft. Dan staat hij extra vroeg op en mediteert hij vier uur per dag! Het geeft hem extra kracht.
Wat houdt mij eigenlijk tegen? Behalve natuurlijk dat ik, net als iedereen, geen tijd heb. En verslaafd ben aan smartphone, e-reader en tv (ik schrijf dit met een tennisfinale op de achtergrond!). Daarbij sta ik er om bekend dat ik nauwelijks tien seconden mijn mond kan houden. Vrienden en familie zullen zich doodlachen als ik zou afreizen naar zo’n klooster. “Veel succes!” hoor ik ze al proesten. Ik zou geen uur zonder stilte kunnen, laat staan tien dagen.
Mijn collega geeft de doorslag: “De laatste dagen word ik eindelijk kalm, rustig en vredig. Ik ben na de stilte veel bewuster en langzamer, kan veel beter besluiten nemen, ben gelukkiger, vrediger. Dat effect houdt wel drie maanden aan. En dan de seks Jaap: stilte is beter dan Viagra.”
Stilte: ik wil het ook!